Ademhalingsstelsel

Longen De belangrijkste ballonnetjes in je leven Mensen hebben twee longen die naast elkaar liggen in de borstkas. De ene long is wat kleiner dan de andere, omdat het hart ertussen zit. Onze ribben beschermen de longen. De longen zijn namelijk zacht, ze voelen een beetje aan als een spons.

Luchtpijp en bronchiën Je longen hebben natuurlijk een ingang. Via mond en keel komt ingeademde lucht je lichaam in. Het gaat door een buis met stevige ringen: je luchtpijp. Tussen de longen vertakt de luchtpijp zich in twee bronchiën. Die bronchiën brengen de ingeademde lucht je longen in.

 

 

Longblaasjes De bronchiën vertakken zich in je longen in enorm veel kleine buisjes (2). Die buisjes zijn zo dun als de haren op je hoofd. Al die kleine buisjes in je longen lijken wel op takken van twee omgekeerde bomen. Aan het eind van elk buisje zit een piepklein ballonnetje: een longblaasje (4). Je hebt wel zo'n 300 miljoen longblaasjes in je longen!

 

Langs alle longblaasjes lopen kleine bloedvaatjes (1+3). Zuurstof uit de ingeademde lucht gaat door de longblaasjes heen de bloedvaatjes in. De stof hemoglobine die in je rode bloedcellen zit, kan de zuurstof met zich meenemen, naar alle delen in je lichaam. Als je lichaam zuurstof gebruikt, ontstaat er kooldioxide, dat we ook wel koolzuurgas of CO2 noemen. Dat is dus een afvalstof. Kooldioxide kan weer vanuit de bloedvaatjes de longblaasjes in. Die kooldioxide adem je vervolgens weer uit.